De ChristenUnie, een unie die uiteenvalt
De ChristenUnie, een unie die uiteenvalt

Sander van den Berg
Columnist
De verkiezingen liggen achter ons. Er is veel gezegd en geschreven over de winst van de PVV en het verlies van de VVD van 34 naar 24 zetels. Minder aandacht leek er te zijn voor de (nu) kleinere partijen, waar ook grote verliezen zijn geleden. Zo zakte D66 van 24 naar 9 zetels, mag het CDA in plaats van 15 nog maar 5 zetels bezetten en daalde de ChristenUnie van 5 naar 3 zetels. Nu het stof van de verkiezingen is gaan liggen en de verkenning bijna is afgerond, is het tijd om de balans op te maken. Hoe heeft dit kunnen gebeuren? Op verzoek van lezers, nemen we de ChristenUnie onder de loep.
Regeringsdeelname
Wat hebben alle bovengenoemde partijen met elkaar gemeen? Nee, het is geen moeilijk raadsel. Alle vier de partijen, VVD, D66, CDA en ChristenUnie (CU) maakten deel uit van de kabinetten Rutte III en Rutte IV. Met de grote winst van de PVV, lijkt de samenleving eindelijk definitief gebroken te hebben met het neo-liberale beleid. En terecht. Kanttekening daarbij is dat het kabinet Rutte IV een reparatiekabinet was, die onvoldoende tijd heeft gekregen om de bende op te ruimen die de vorige kabinetten hebben gemaakt.
De CU leek met de kabinetsdeelname in de kabinetten Rutte III en IV, samen met het CDA, balans te willen brengen. Zo kent de CU geen liberale signatuur, zoals D66 en de VVD. Bovendien kent de CU een linkser karakter dan het CDA. Dit werd helemaal duidelijk toen het CDA een ruk naar rechts maakte. En hoewel de ChristenUnie zich liever niet als links, maar als sociaal presenteert, bracht de partij daarmee balans in de links-midden-rechts verhoudingen. Verder is de CU een betrouwbare regeringspartner gebleken, niet bang om verantwoordelijkheid te nemen, ofwel: meloenen te slikken.
De cijfers bevestigen dat ook de CU, net als de overige coalitiepartners, is afgerekend op haar regeringsdeelname. Zo bestaat 49% van de achterban van de CU uit kiezers die ook in 2021 op de CU hebben gestemd. De helft van de achterban is weggelopen. Een groep van 12% is naar Nieuw Sociaal Contract (NSC) overgestapt. 8% van de voormalig CU kiezers vond zijn heil bij de SGP en 6% stemde strategisch op de linkse combinatie van GroenLinks-PvdA. Een gelijk percentage van de kiezers kwam niet opdagen op het stembureau. Hoewel maar 3% van de voormalig CU kiezers het vertrouwen heeft gegeven aan de PVV, is de PVV in Oldebroek de grootste geworden en is de CU gezakt van grootste partij naar vierde plek. Daarnaast heeft de Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP) in den lande meer stemmen gekregen.
Veel kiezers van de ChristenUnie hebben het de partij niet in dank afgenomen dat zij na deelname aan het kabinet Rutte III opnieuw in een kabinet zijn gestapt met nota bene dezelfde vier partijen. Een kabinet dat twee maanden voor de verkiezingen van 2021 zijn ontslag indiende bij de koning vanwege het schandaal rondom te kinderopvangtoeslag. Daarnaast zei voormalig partijleider Gert-Jan Segers na het ‘’functie elders debat’’ dat hij niet opnieuw in een kabinet zou stappen dat onder leiding staat van Mark Rutte. Dit leverde hem binnen de partij veel kritiek op, maar een deel van de mensen uit de bredere achterban van de ChristenUnie is van mening dat Segers hier voet bij stuk had moeten houden.
Zorgzame gemeenschappen
Daar waar het in de campagne veelvuldig ging over immigratie en bestaanszekerheid, ging de CU de boer op met zorgzame gemeenschappen. Tegenover het Nederlands Dagblad stelde Mirjam Bikker hierover dat dit op veel plaatsen goed werd ontvangen, maar dat de campagne niet op de inhoud werd gevoerd. En daar heeft ze deels gelijk in. Het ging om de leuke grap bij het SBS-debat. Het ging over snelle beloften, zonder doorrekeningen. Het ging over bestaanszekerheid. Kan ik mijn huur, mijn gasrekening en mijn boodschappen betalen? Het ging over immigratie en woningnood. Kan ik een woning vinden?
En hoewel de CU best ideeën heeft over migratie, is haar grootste wapenfeit op dit punt dat zij – samen met D66 – haar poot heeft stijf gehouden en geen politiek heeft bedreven over de rug van enkele duizenden kinderen en moeders. Maar juist dat, lijkt de verkiezingsuitslag in zijn algemeenheid te laten zien, had de kiezer wel gewild.
Sociaal in het midden, of activistisch links?
Een aantal CU-leden die ik hierover sprak, gaven aan dat het een trend is binnen de partij: traditionele thema’s zoals bijvoorbeeld de bescherming van het leven en onderwijsvrijheid maken plaats voor progressievere en wereldser thema’s, zoals het klimaat en het vraagstuk rondom asiel. Het lijkt erop dat de (radicaal) linkse flank binnen de partij steeds meer de overhand krijgt op de gematigde CU’ers, zo gaf men aan. Het resultaat is dat de partij steeds verder naar links opschuift. Deze trend zal zich zonder bemoeienis van de gematigde groep CU’ers waarschijnlijk niet stoppen, aangezien deze trend zich ook doorzet binnen PerspectieF (de jongerenorganisatie van de ChristenUnie). De partij die eens zo sociaal in het midden stond, lijkt steeds meer een partij van activisten te worden, zo gaven de leden die ik hierover sprak aan. Deze spanning tussen de verschillende flanken heeft er zelfs toe geleid dat Nathánaël Post uiteindelijk zijn functie als voorzitter van PerspectieF heeft neergelegd.
Dit is voor een aantal kiezers de reden om hun heil te zoeken bij de SGP. Een partij die op bepaalde thema’s pittig conservatieve standpunten heeft, maar voor mensen die vinden dat de ChristenUnie steeds ‘’wereldser’’ wordt, vormt het een goed alternatief.