De relatie tussen het koningschap en de politiek

12 december 2023

De relatie tussen het koningschap en de politiek

Matthias Kuiterman

Oprichter | columnist

Sinds 1813 is Nederland een monarchie, wat betekent dat wij een koning als staatshoofd hebben. Sinds de invoering van de monarchie heeft de invulling van het koningschap nogal wat ontwikkelingen doorgemaakt van een absolute monarchie tot een steeds meer ceremonieel koningschap.

 

1813 – 1848: een absolute monarchie

 

Zoals hierboven beschreven is Nederland in 1813 omgedoopt tot een monarchie. Hiervoor was Nederland een republiek die werd bestuurd door stadhouders. De laatste stadhouder, Willem V van Oranje-Nassau, moest in 1795 naar Engeland vluchten toen de Franse troepen Nederland bezet hadden. Toen in 1813 de Fransen uit Nederland verdreven waren was de voormalige stadhouder inmiddels overleden. Vanuit Nederland werd een beroep gedaan op prins Willem Frederik, de oudste zoon van de voormalige stadhouder, om koning van Nederland te worden. Op 30 november 1813 kwam prins Willem Frederik via een boot aan op Scheveningen en werd hij Koning Willem I van Nederland. Willem I regeerde van 1813 tot zijn aftreden in 1840. Hij werd opgevolgd door zijn oudste zoon, koning Willem II.

 

In de jaren 40 van negentiende eeuw braken er in verschillende Europese landen opstanden uit tegen de heersende monarchen. Dit was voor koning Willem II de reden om Johan Rudoplh Thorbecke te vragen een nieuwe Grondwet te schrijven. In 1848 kwam deze nieuwe Grondwet er. De belangrijkste wijziging in deze nieuwe Grondwet was dat de koning voortaan onschendbaar was, en de ministers verantwoordelijk. Hierdoor werd de macht bij de koning weggehaald en bij de ministers neergelegd, en is het aan het parlement om de ministers te controleren.

 

1848 – 2010: invloed via kabinetsformaties

 

Zowel koning Willem II als zijn zoon en kleindochter, koning Willem III en koningin Wilhelmina, hadden moeite met de beperkte rol die zij als staatshoofd hadden. Echter bleef de koning een invloedrijk persoon binnen de politiek. De koning speelde namelijk een cruciale rol bij de vorming van nieuwe kabinetten. Na de verkiezingen kwamen alle fractievoorzitters van de nieuwe Tweede Kamer bij de koning langs om de verkiezingsuitslag te duiden en aan te geven welke voorkeuren voor een nieuwe coalitie zij hadden. Op basis van deze gesprekken benoemde de koning een informateur die ging onderzoeken welke mogelijke coalities er gevormd zouden kunnen worden.

 

In de loop der jaren kwam er steeds meer kritiek op deze inmenging van de koning op de vorming van nieuwe kabinetten. Steeds vaker vroeg men zich openlijk af in hoeverre de persoonlijke mening van de koning van invloed was op de te benoemen informateurs en de te onderzoeken coalities. Dit was voor een meerderheid van de Tweede Kamer de reden om in 2010 te besluiten dat de koning voortaan geen rol meer zou spelen bij de kabinetsformatie, maar dat de Tweede Kamer de regie volledig in handen zou krijgen.

 

2010 – heden: minder invloed

 

De eerste kabinetsformatie waaronder deze nieuwe regel ging gelden was die van 2012. Sindsdien benoemt de Tweede Kamer op basis van een voorstel van de grootste partij(en) een verkenner, informateur en formateur. Desalniettemin heeft de koning vandaag de dag op verschillende manieren nog wel enige invloed op de politiek. Zo voert de koning elke maandag een gesprek met de minister-president. Daarnaast heeft de koning het recht om te waarschuwen, om aan te moedigen en om geïnformeerd te worden. Staatsrechtelijk maakt de koning ook nog steeds deel uit van de regering. Dit is ook de reden waarom de koning op Prinsjesdag in de troonrede de plannen van het kabinet uitspreekt. Hoewel de troonrede voor het grootste gedeelte door het kabinet wordt geschreven, is algemeen bekend dat de koning wel enige invloed kan uitoefenen op de tekst. Van onze voormalige koningin Beatrix is bekend dat zij zich veelvuldig bemoeide met de uiteindelijke tekst van de troonrede.

 

Tot slot heeft de koning een nog een rol, namelijk die van voorzitter van de Raad van State. Naast onze huidige koning maken ook koningin Máxima en kroonprinses Amalia onderdeel uit van de Raad van State. Hoewel deze functie formeel strikt ceremonieel is en de dagelijkse leiding in handen is van de vicevoorzitter van de Raad van State, is het lastig te beoordelen in hoeverre de koning in deze rol invloed kan uitoefenen.

 

Ceremonieel vs. inhoudelijk koningschap

 

De vraag is wat de voorkeur heeft: een ceremonieel of een inhoudelijk koningschap. Hierop is geen eenduidig antwoord te geven, aangezien beide varianten voor- en nadelen hebben. Zoals eerder beschreven is het nadeel van een inhoudelijk koningschap dat het voor buitenstaanders onduidelijk is wat de precieze rol en invloed van de koning is op het politieke proces.

 

Daarentegen staat dat we hebben gezien dat een formatie zonder de koning ook vreselijk mis kan gaan. Het meest sprekende voorbeeld hiervan is de kabinetsformatie van 2021, die als een chaos begon nadat bekend werd dat er kritisch over Tweede Kamerlid Pieter Omtzigt was gesproken. Dit heeft er voor gezorgd dat die kabinetsformatie onnodige vertraging heeft opgelopen. Mijn vermoeden is dat dit onder leiding van een staatshoofd die boven de partijen staat niet was gebeurd.

 

Om eerlijk te zeggen twijfel ik over wat mijn voorkeur heeft. De koning staat als staatshoofd boven de partijen, dit in tegenstelling tot een president is namens een politieke partij regeert. Hierdoor is het best logisch om de koning een rol te laten spelen bij de vorming van een nieuw kabinet. Hier staat tegenover dat de invloed van de koning niet goed controleerbaar is en kun je je afvragen of het wenselijk en democratisch het is dat iemand door erfopvolging invloed mag uitoefenen op het politieke proces.

 

Mijn vermoeden is dat de politici wel geleerd hebben van de formatie in 2021 en dat dergelijke taferelen niet snel meer voor zullen komen. Daarom lijkt het mij het meest verstandig om de verhoudingen tussen de koning en de politiek voor nu te laten zoals die is. Dit zal waarschijnlijk voorlopig ook wel zo blijven, aangezien voor veel wijzigingen in de positie de Grondwet veranderd moet worden. Hier is een tweederde meerderheid voor nodig in de Eerste en Tweede Kamer. Voorlopig zie ik die meerderheid niet ontstaan.

19 april 2025
NSC kan zichzelf beter opheffen
28 maart 2025
Waar te beginnen?
14 september 2024
Wierd Duk en de gevaren van de polarisatie
23 augustus 2024
Een gezonde vaderlandsliefde
16 augustus 2024
Het is tijd dat conservatieve christenen kleur gaan bekennen
10 augustus 2024
Een oproep tegen blasfemie
3 augustus 2024
Wanneer werk privé, of privé werk wordt
27 juli 2024
Kamala is on fire
19 juli 2024
Tijd voor samenwerking
6 juli 2024
Eenheid van kabinetsbeleid
Meer posts